Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen zeiden zij: Welk is dat schuldoffer, dat wij Hem vergelden zullen? En zij zeiden: Vijf gouden spenen, en [7]vijf gouden muizen, naar [8]het getal van de vorsten der Filistijnen; want [9]het is enerlei plaag [10]over u allen, en over uw vorsten. 7. Van de muizen is tevoren niet gesproken. 8. Zie van deze vijf vorsten, vs.17. 9. Zij willen zeggen: de vorsten, oversten en het gemene volk te Ekron zijn van God met een en dezelfde plaag geplaagd. 10. Hebreeuws, over hen allen; zie boven, hfdst.5 vs.11.